een papegaai met faalangst
Een poëziewedstrijd, daar begon het allemaal mee vier jaar geleden in de brugklas. Ik wist nog nauwelijks alle lokalen te vinden of mevrouw Barneveld begon al op haar kenmerkende enthousiaste manier te vertellen over poëzie. Er zou een wedstrijd aankomen en alle brugpiepers moesten meedoen. Iedereen moest een gedicht insturen met als thema ‘stel je voor….’ en de beste tien mochten door naar de finale. Eerlijk gezegd had ik hier weinig zin in, maar zoals een typische naïeve brugger deed ik toch m’n best. Dit had niet het gewenste effect, aangezien ik in een soort minidepressie raakte, doordat mijn eerste twee gedichten mislukt waren. In een laatste, door faalangst gedreven poging besloot ik te schrijven over hoe weinig ik eigenlijk kan, over hoe vaak ik wel niet faal, met als uitwerking een papegaai met faalangst. Inspirerend hè. Ironisch genoeg belandde dit gedicht in de top tien. Mevrouw Barneveld zei dat het door de humor kwam. Dat kan ik wel begrijpen. Het ging tenslotte over een papegaai, wie vindt dat nou stom?
Onze grote vriend Leon van der Zanden vertelde dat mislukkingen soms beter kunnen zijn dan ‘lukkingen’, omdat men meer kan leren van vallen en opstaan dan van constant blijven lopen. Ook zelfrealisatie wordt vergroot na mislukken. Als ik in eerste instantie niet had gefaald, was ik niet tot het eindgedicht gekomen. Ik heb geleerd van, ben zelfs geïnspireerd door de twee eerdere gedichten.
Wat precies maakt mislukken nou tot een goed onderdeel van de samenleving? Het Instituut voor Briljante Mislukkingen heeft daar een duidelijke mening over. Het IvBM is opgericht door Paul Iske in 2010, met als doel door middel van workshops en lezingen mensen te stimuleren risico’s te nemen. Paul zegt dat innovatie niet mogelijk is zonder risico’s en je kan geen risico’s nemen zonder te falen. Nieuwe dingen proberen is dus belangrijk. Iemand die alleen maar dingen onderneemt waarvan hij weet dat hij ze kan, heeft een kleine kans op falen. Zo blijf je in je comfortzone, maar vernieuwing wordt ook verhinderd. Falen is dus een essentieel onderdeel van de samenleving. We moeten dan ook onze mislukkingen delen met anderen, zodat ook zij kunnen leren. Een soort meerder-voor-de-prijs-van-éénaanbieding.
Zoals Leon al heeft verteld kan je van mislukkingen meer leren dan van ‘lukkingen’. Je leert wat je de volgende poging anders moet doen, waar je talenten liggen en je zelfontwikkeling wordt groter. Bovendien is er volgens het bedrijf SkillsTown altijd een grote kans dat je zeer vernieuwende inzichten verkrijgt.
Een voorbeeld: in 1956 leefde er een ingenieur genaamd Wilson Greatbatch. Hij was in zijn lab bezig met het ontwikkelen van een hartslagmeter. Door een verkeerd onderdeel ging het apparaat elektrische impulsen uitzenden in plaats van opmeten. Wilson bekende zijn falen, maar ontdekte toen iets baanbrekends. Hij realiseerde dat hij met dit “mislukte” apparaat een stilstaand hart kon laten kloppen. Na vier jaar hard zwoegen verkreeg hij uiteindelijk het octrooi van de pacemaker. Hierdoor worden nog steeds duizenden mensen geholpen. Dit verhaal laat zien dat je zeker niet bij de pakken neer moet gaan zitten nadat je (in jouw ogen) hebt gefaald, want er is altijd een kans op een uitkomst die evengoed leerzaam is: een nieuw inzicht.
Mijn mislukking bleek uiteindelijk toch meer een ‘lukking’. Mijn falen inspireerde mij, gaf mij een nieuw inzicht, om zo een gedicht te schrijven van top-tienkwaliteit. Dit zorgde voor een sterke vermindering van mijn minidepressie (mooi meegenomen) en ik ontdekte dat ik soort van een talent heb voor poëzie ofzo? Dit vertelde mevrouw Barneveld mij, maar de eeuwige pessimist in mij ontkende dat natuurlijk.
Oké, hier komt de conclusie: mislukken is echt een essentieel onderdeel van de samenleving. Het is echt belangrijk dat we dit in ons achterhoofd houden, want dit maakt het leven voor sommigen vele malen minder vermoeiend. Heb ik tenminste een excuus als deze column als slechtste uit de bus komt. Grapje natuurlijk, maar je begrijpt mijn punt.
En voor wie benieuwd is: in de finale moest ik in een boom zitten met een snavel op mijn voorhoofd. Ik werd uiteindelijk zevende.